Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Noodwet voedselvoorziening

 

Artikel 27
1
Hetgeen krachtens artikel 8 is verschuldigd, kan, verhoogd met de kosten, vallende op de invordering, door Onze Minister, onderscheidenlijk door de voorzitter van het betrokken bedrijfslichaam bij dwangbevel worden ingevorderd.
2
Geen invordering geschiedt, dan nadat de schuldenaar schriftelijk is aangemaand om binnen een daarbij te stellen termijn van tenminste tien dagen alsnog aan zijn verplichting te voldoen. De aanmaning bevat de aanzegging, dat het verschuldigde bedrag, voorzover dit binnen de gestelde termijn niet wordt betaald, overeenkomstig het eerste lid van dit artikel zal worden ingevorderd.
3
Het dwangbevel levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden tenuitvoergelegd.
4
Verzet tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel wordt ingesteld door dagvaarding van de Staat, onderscheidenlijk het betrokken bedrijfslichaam voor de rechtbank van het arrondissement, binnen hetwelk de schuldenaar zijn woonplaats heeft.
5
Het verzet stuit de aanvang of de voortzetting van de tenuitvoerlegging niet, behoudens de bevoegdheid van de geëxecuteerde of derde, die het verzet heeft gedaan, om hieromtrent een voorziening bij voorraad uit te lokken.
6
Het verzet kan niet worden gegrond op de bewering, dat de verplichting tot het betalen van een geldsom ten onrechte is opgelegd, dat het bedrag van de te betalen geldsom onjuist is vastgesteld of dat de mededeling, dat de verplichting tot het betalen van een geldsom is opgelegd, dan wel een aanmaning tot het betalen van een geldsom niet ontvangen is.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •